Portaal

Biografie
Werken
Over het leven en het werk van Mandel...
Debatten, interviews, ...
Multimedia
Contact
Mailinglist

Nu voor 12 euro!

Dubbele DVD:

Links
Castellano
Deutsch
English
Français

Een onvermoeibare redenaar
Ernest Mandel - Internet-archief
Georges Dobbeleer (*)

Afdrukken

Rood, speciaal nummer rond Ernest Mandel, jaargang 28, nr. 15-16, 1 september 1995
In 1953, toen ik lid werd van de Vierde Internationale, ontmoette ik Ernest Mandel. Uiteraard waren zij die hem voor het eerst ontmoetten sterk onder de indruk van zijn buitengewone intelligentie en zijn immense politieke cultuur. Ik wil het echter over een ander aspect van zijn persoonlijkheid hebben. 

Tussen 1953 en 1960 waren we met een handvol jonge militanten om, in Brussel en Wallonië, de Socialistische Jonge Wacht - in die tijd de jongerenbeweging van de BSP - een aanzienlijk dynamisme en activisme in te blazen. We concentreerden onze politieke actie op voornamelijk drie politieke terreinen: anti-militarisme, oppositie tegen het Atlantisch pakt en steun aan de koloniale revoluties. 

Maar om onze militanten en onze basisleden de redenen van de strijd rond deze thema’s te doen begrijpen, moesten we hen de geschiedenis van de arbeidersbeweging, de economische analyse van het kapitalisme en onze motieven om internationalist te zijn, leren kennen. 

In de jaren '50 werkte Ernest Mandel als journalist bij het dagblad Le Peuple. Daarna vervoegde hij André Renard bij het Luikse syndicale dagblad La Wallonie. 

Gedurende al die jaren ging hij onmiddellijk in op alle uitnodigingen uit arbeidersregio's in Wallonië om er vorming te geven aan militanten. Zijn uiteenzettingen gaven niet alleen aanleiding tot boeiende debatten, maar ook tot een veralgemeende wens meer te leren, beter de complexiteit van de politieke problemen te begrijpen en in staat zijn op te treden met kennis van zaken. 

Enige keren kwam er echter weinig volk opdagen. Ik herinner me een vergadering in de regio van de steengroeven van Ourthe-Ambleve, waar slechts zes à zeven jongeren hem kwamen beluisteren. Hij toonde niet de minste irritatie of ontgoocheling. Zijn verplaatsing vanuit Brussel kostte hem nochtans vele uren die hij had kunnen gebruiken om verder te werken aan zijn Traite d'economie marxiste. 

Zijn drang om het marxisme te verklaren voor militanten voerde hem ook, in 1960, naar de Luikse metallo's van het ABVV. Ook daar bracht hij de volwassen arbeiders een massa economische en politieke kennis over. Hij verstond de kunst al die zaken toegankelijk te maken, zonder ze simplistisch voor te stellen. 

In de militante euforie van 1968-69 werd in Luik het 'comité Che Guevara' opgericht.  Ernest stond in een grote zaal tegenover een talrijk opgekomen publiek. Eerst werd een  Cubaanse film over de revolutie vertoond. 

Vervolgens nam Ernest het woord, praatte over Che en de problemen van de revolutie in Latijns-Amerika. Maar een deel van het publiek bestond uit geïmmigreerde Spaanse arbeiders die het Frans niet altijd even makkelijk verstonden. Sommigen onderbraken hem om dat probleem aan te kaarten. Prompt verklaarde Ernest dat zijn uiteenzetting in het Frans lang genoeg had geduurd en hij vervolgde in het Spaans. Hij beheerste makkelijk zes talen en kon van de ene naar de andere overstappen.

Zijn vormingsactiviteiten voor jongeren en arbeiders beperkten zich niet tot een vaak veel te kort geachte mondelinge uiteenzetting. Hij schreef stevig opgebouwde samenvattingen, die goed gestoffeerd en vooral toegankelijk waren voor militanten die vaak op hun veertiende de school verlaten hadden. 

Een getypte brochure van 35 pagina's, getiteld “Van de sociale ongelijkheid naar de klassenloze maatschappij”  bundelde de vormingen die Ernest in 1954-55 voor het “Centre régional d'éducation ouvrière” te Brussel had gegeven. In de zes à acht daaropvolgende jaren actualiseerde en herhaalde hij deze vormingsreeks, die vanaf 1955 werd uitgegeven door de Brusselse federatie van de Socialistische Jonge Wacht. 

Honderden jonge en minder jonge mensen leerden er - vaak met veel enthousiasme - de vele redenen kennen om in de arbeidersbeweging te militeren voor een “klassenloze maatschappij”. 

Dat immens werk van vulgarisering werd, in tegenstelling tot de Traité d'économie marxiste, niet in dertig talen vertaald, maar het toont wel aan dat Ernest revolutionair-marxistische opvattingen verstaanbaar kon maken voor eenvoudige arbeiders en dat hij zich niet beperkte tot de wetenschappelijke publicaties die hem zijn internationale faam zouden opleveren. 

(*) Georges Dobbeleer, Luiks onderwijzer, werd lid van de Belgische afdeling van de Vierde Internationale in 1953
 

Contact webmaster

Avec le soutien de la Formation Leon Lesoil, 20, rue Plantin, 1070 Bruxelles, Belgique